Nieuws

 

Bij voetbal gaat veel aandacht naar de veldspelers. De keeper is vaak een ondergeschoven kindje, terwijl de persoon onder lat net zo belangrijk is als een scorende spits. “Het spel begint en eindigt toch vaak bij de keeper”, zegt Hans van Dongen. Sinds een aantal jaren coördineert hij de keeperstrainingen bij DETO. En daar plukt de club de vruchten van. “Het niveau is toegenomen. Hopelijk kunnen we dit de komende jaren doorontwikkelen.”

Met Esken Smoes, Bryan Rhebergen, Erwin Rhebergen, Mark Plattje en Frederik Wessels heeft Van Dongen een groep enthousiaste keeperstrainers bij elkaar. Frederik is met zijn 16 jaar de benjamin van het stel. “Zijn leeftijd is zijn kracht”, vindt Van Dongen. “Hij heeft direct een klik met de jongens die hij traint. Veel eerder dan wanneer ik met m’n ouwe kop voor de groep sta.”

Enkele jaren terug werd Van Dongen in een plaatselijke supermarkt aangesproken of hij DETO wilde helpen om de opleiding voor jeugdkeepers naar een hoger niveau te tillen. Van Dongen herkende de uitdaging waar DETO voor stond. "Op de trainingen ging veel aandacht naar de veldspelers en te weinig naar de keepers."

“Dat is nu anders”, zegt Bryan Rhebergen. “Alle jeugdkeepers kunnen elke vrijdag een speciale keeperstraining krijgen. Iedereen die het wil. Of je wel of geen talent hebt, dat maakt niet uit. Wie wil trainen komt op tijd en toont inzet.”

DETO’s interne keepersopleiding heeft sinds de start grote stappen gezet. Zo zijn er verschillende trainingsgroepen en wordt er gewerkt met een jaarplanning. Op vrijdag trainen de jongens en op maandag traint Mark Plattje de meisjes. Het seizoen is verdeeld in tijdvakken (clusters). Tijdens zo’n tijdvak komen de trainers een aantal keren bijeen om de keepers te evalueren. Esken Smoes: “Hoe ontwikkelen ze zich? Zijn ze klaar voor de volgende stap of moeten we trainingen herhalen? Op die manier hopen we het niveau te verhogen.”

“We kijken niet alleen naar de technische vaardigheden, maar ook hoe iemand zich gedraagt”, zegt Erwin Rhebergen. “Het maakt namelijk uit hoe je als keeper op het veld staat. Sta je voorovergebogen en maak je je klein of loop met de borst vooruit in het doelgebied. Met dat laatste imponeer je je tegenstander, door het eerste geef je ze het gevoel dat er wat te halen valt.”

Voetbal kent verschillende speelwijzes. 5-3-2, 4-4-2 of 3-4-3. De som van elke individuele speelwijze is 10, terwijl er toch echt 11 spelers op het veld staan. Wie mist er in de traditionele notering? Juist, de keeper. Tijdens het WK 2022 in Qatar benoemde toenmalig bondscoach Louis van Gaal de keeper wel telkens in zijn speelwijze. Geen 5-3-2 bij hem, maar 1-5-3-2.

De trainingen vallen volgens Van Dongen in de smaak. “De keepers komen met plezier. Lopen met een grijns het veld af. Soms moeten we ze echt wegsturen.” Hij vindt dat er goede stappen zijn gezet. “We moeten ons doorontwikkelen. Ik hoop dat DETO de keeperstrainers mogelijkheden geeft om door te groeien. Dat ze bijvoorbeeld cursussen kunnen volgen. Dan worden de trainingen van een nog hoger niveau.”

Organisatorisch blijft de keepersopleiding zich in elk geval ontwikkelen. Jos van der Veen en Erwin Rhebergen zijn de keeperscoördinatoren. Zij staan in nauw contact met de trainers van de teams waarin de jonge doelmannen keepen. Op die manier blijven zo op de hoogte hoe de keepers het zaterdags tijdens de wedstrijden doen. Zo nodig worden de keeperstrainingen daar op aangepast.

s